Palmolie boycotten of toch niet?
Een ontroerend tekenfilmpje over de orang-oetan Rang-Tan van Iceland Foods heeft ruim 30 miljoen views op social media, Greenpeace entert een vrachtschip met palmolie voor de Spaanse kust, de Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie maakt aangescherpte regels bekend, je kon banken bellen met de vraag om geen geld te steken in palmolie. Vorige week was de week van de palmolie. Maar wat is nu het belangrijkste doel? Zouden consumenten producten met palmolie moeten boycotten of is dat niet de beste oplossing? We vroegen het Sandra Mulder, senior advisor business engagement van WWF.
Eerst die nieuwe regels van de Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie, RSPO. Wat is de grootste verandering?
"Je weet wat koekjes, pizza en zeep met elkaar gemeen hebben? Er zit bijna altijd palmolie in. De belangrijkste standaard die in de voedingsmiddelenindustrie en persoonlijke verzorgingssector wordt gebruikt is die van de RSPO. In de nieuwe standaard staat nu gelukkig een totaalverbod op ontbossing voor de productie van duurzame palmolie. Ook moeten de veengronden worden ontzien bij aanleg van nieuwe plantages en moet een eind komen aan bestaande plantages op veengrond."
Waarom is dat zo belangrijk?
"Als palmolieplantages worden aangelegd in veengebieden dan is het nodig om de veenbodems te ontwateren. Veen dat door ontwatering en bodembewerking in aanraking komt met zuurstof gaat rotten en dan komen broeikasgassen vrij. Ontwaterde veenbodems zijn erg gevoelig voor branden. Als ontwaterde veenbodems gaan branden, veroorzaakt dat ook nog eens veel luchtvervuiling en CO2-uitstoot. Dat willen we juist niet meer."
Strengere eisen
"Ook heeft het RSPO-keurmerk nu strengere eisen om de lokale bevolking en werknemers te beschermen en te belonen voor hun werk. De regels van het RSPO-keurmerk worden trouwens iedere 5 jaar herzien. Samen met vele andere ngo's wilden we deze veranderingen 5 jaar geleden al doorvoeren, maar bedrijven hielden dat toen tegen. Door de toegenomen aandacht voor de problemen rond palmolie is het nu wel gelukt om dit samen met vooruitstrevende bedrijven voor elkaar te krijgen. Je ziet hoe belangrijk publieke druk is. Dus daar zijn we blij mee!"
Is WWF tevreden of mag het allemaal nog wel wat sneller gaan?
"Om ervoor te zorgen dat uiteindelijk alle palmolie aan minimumeisen gaat voldoen, is besloten om ook niet-gecertificeerde palmolievruchten die een palmolieverwerkingsfabriek binnenkomen te checken. Dat is een belangrijk besluit, maar wij vinden alleen dat het veel te lang duurt om deze nieuwe regel in te voeren: bedrijven krijgen er namelijk drie jaar de tijd voor. Dit is juist een van de grootste ‘loopholes’ die er rond palmolie bestaan: zolang bedrijven naast duurzame palmolie ook nog illegale palmolie blijven verwerken en verkopen, kunnen we problemen van ontbossing onvoldoende tegenhouden. Daarom roepen we bedrijven op om hier nog sneller stappen in te zetten."
Verschillende strategieën
Certificering van duurzame palmolie is voor ons slechts één van de strategieën om bossen te beschermen. We werken via wetgeving en goede landgebruiksplannen aan het tegengaan van ontbossing. Een van de projecten waar we nu aan werken is het Tesso Nilo Nationaal Park in Sumatra. Inmiddels is 2/3 van dat park, belangrijk leefgebied voor
Sumatraanse tijgers en
olifanten, helaas illegaal gekapt voor palmolieplantages. Dit is soms bewust door bedrijven gedaan, maar soms ook door kleinere boeren. We werken nu met de overheid en de afnemers aan een plan om de kleine boeren elders te huisvesten en de foute bedrijven te weren die nog steeds illegale palmolie blijven kopen uit de keten. Dan kunnen we het gebied weer herstellen en ruimte creëren voor de olifanten en tijgers, die nu letterlijk in het nauw zitten.”
Welke rol spelen financiële instellingen hierin?
"Voor het financieren van veel activiteiten, zoals de aanleg en het beheer van plantages, maar ook in de keten waar palmolie wordt verwerkt, spelen financiële instellingen zoals banken, verzekeraars en pensioenfondsen een grote rol. Zij financieren de palmoliebedrijven op allerlei manieren: rechtstreeks via leningen, door investeringen, of meer indirect via de investeringsfondsen die ze aanbieden aan hun klanten. Door duurzaamheidseisen te stellen aan de financiering, kunnen ze een belangrijke rol spelen."
Grootste inversteerders palmolieproducenten
"Een andere stroom geld komt via investeringen van Nederlandse financiële instellingen in lokale Aziatische banken: dat zijn de grootste financiers van palmolieproducenten, maar ze stellen over het algemeen minder eisen dan banken en investeerders uit Europa. Met collega’s uit Azië werken we er hard aan die lokale banken ook te beïnvloeden. Druk vanuit Nederland is daarbij heel erg nodig."
ABN AMRO meldde dit weekend naar aanleiding van de bel-je-bank-actie van Milieudefensie op Twitter dat ze door WWF worden gesteund. Hoe zit dat?"Zowel ABN als WWF is lid van de RSPO. De bank verwees op Twitter naar ons standpunt dat een boycot van palmolie in producten niet tot verbetering leidt. We vinden het belangrijk dat de Nederlandse financiële instellingen hoge duurzaamheidseisen stellen aan leningen en investeringen. Onder andere over klimaatmaatregelen, watergebruik en het produceren en verhandelen van grondstoffen die afkomstig kunnen zijn van ontbossing. Voor palmolie staat het tegengaan van ontbossing voorop.
Niet terugtrekken maar invloed uitoefenen
Ook moeten de rechten van de lokale bevolking worden gerespecteerd. Het klinkt als een open deur en veel Nederlandse instellingen zijn hier wel mee bezig, maar gezien de urgentie van de problemen willen we dat ze er snel een tandje bij zetten en ook eisen gaan stellen aan hun investeringen in bijvoorbeeld de Aziatische banken. We vinden daarom niet dat ze zich zonder meer moeten terugtrekken uit de palmolie, maar hun invloed juist maximaal moeten gebruiken om de bedrijven naar duurzaamheid te duwen.Als blijkt dat bedrijven echt niet willen bewegen, dan moeten ze zich er natuurlijk wel uit terugtrekken. Ook moet er meer transparantie komen, maar vooral moeten die fondsen druk voelen om hun duurzaamheidsbeleid aan te scherpen. Als de belactie daaraan bijdraagt is dat winst.”
Op social media is het filmpje van Iceland Foods over de ondeugende orang-oetan Rang-Tan al meer dan 30 miljoen keer bekeken. Veel mensen trekken de conclusie dat je geen producten met palmolie moet kopen. Ziet WWF dat ook zo?
"Het is heel goed om aandacht te vragen voor ontbossing. Druk van het publiek is enorm belangrijk om bedrijven te laten bewegen. Het is wat ons betreft geen pleidooi tegen palmolie of een oproep tot een boycot. Maar wel een oproep om direct te stoppen met gebruik van ‘foute’ palmolie die belangrijk leefgebied van dieren vernietigt."
Helemaal weren is geen oplossing
"Iceland Foods heeft helaas wel de, in onze ogen onjuiste, conclusie getrokken om palmolie helemaal te weren en te vervangen door andere grondstoffen. Palmolie is, mits duurzaam geproduceerd, een efficiënte bron van olie. Als je palmolie simpelweg vervangt door andere oliën of vetten kan dat leiden tot het verplaatsen van problemen. Neem kokosolie en sojaolie; dat zijn ook tropische producten. Ze hebben een lagere opbrengst per hectare dan palmolie, waardoor het risico op ontbossing (en daarmee verlies aan biodiversiteit en extra uitstoot van broeikasgassen door landomzetting) nog groter is dan bij palmolie. Het vervangen van palmolie door kokosolie of sojaolie is dus niet milieuvriendelijker.We willen daarom dat bedrijven alleen nog maar duurzaam geproduceerde palmolie in producten verwerken. Als consument helpt het om druk te zetten op bedrijven, om alleen te gaan voor duurzaam en bij te dragen aan die volgende stappen."
Frankrijk verbiedt vanaf 2030 de import van alle soja, palmolie, hout en andere producten die te maken hebben met ontbossing. Parijs verhoogt daarmee de druk op de Europese Unie om met een gelijkwaardig plan te komen. Wat vindt WWF hiervan?
"We zijn natuurlijk blij met deze extra druk. Europa is namelijk de grootste importeur van ontbossing, via palmolie maar ook via soja (voor veevoer) en andere grondstoffen. De Europese Commissie heeft de eerste stappen gezet om een ‘Actieplan’ op te stellen om dit aan te pakken, maar aarzelt nog te veel. De Nederlandse overheid is al pro-actief met het opzetten van de 'Amsterdam Declaration', een verklaring van inmiddels zeven landen die als doel hebben bedrijven te helpen hun afspraken over 'ontbossingsvrije' producten na te komen. Als WWF vragen we die overheden om meer druk uit te oefenen op de Europese Commissie. We hebben goede hoop dat Brussel snel in beweging komt.Frankrijk heeft nu alvast dit plan opgesteld, waar we blij mee zijn, maar het is nog te vrijblijvend en het duurt te lang."
Is Nederland eigenlijk goed bezig? Of zou ons land het voorbeeld van Frankrijk moeten volgen?
“Het zou zeker mooi zijn als Nederland een vergelijkbaar plan maakt, maar dan meteen met hardere eisen en een ambitieus tijdspad.”