Palmolie is onmisbaar voor de voedings- en wasmiddelenindustrie. Maar de ontbossing die met de winning ervan gepaard gaat vormt een ernstige bedreiging voor klimaat en ecologie. Op kleine en grote schaal ontwikkelen bedrijven biotechnologische alternatieven.
'Wonderolie', zo wordt het wel genoemd. Palmolie is geurloos en smaakloos. Onopvallend. En toch zit de olie uit de rood-oranje palmvruchten in de helft van de verpakte producten in de supermarkt en is het de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld. Het voorkomt dat er een laagje olie op de pindakaas drijft, maakt halvarine romig en smeerbaar en verpakte koekjes krokant. Maar het zit ook in verzorgingsproducten als shampoo en lippenstift en in schoonmaakmiddelen als waspoeder en handzeep. Het is vrijwel onmogelijk boodschappen te doen zonder producten waar palmolie in zit. We consumeren er per persoon, zonder het te weten, jaarlijks acht kilo van.
Al zit er kraak noch smaak aan, palmolie is controversieel. In Azië, Zuid-Amerika en Afrika wordt er oerwoud voor gekapt en platgebrand. In het belangrijkste exportland van palmolie, Indonesië, maar ook in Maleisië, zijn de afgelopen decennia miljoenen hectares oerwoud verdwenen. Die ontbossing draagt bij aan de opwarming van de aarde en bedreigt dieren als de orang-oetan en de Sumatraanse tijger in hun voortbestaan.
Grootverbruiker
Al met al is het geen vlekkeloos proces, de productie van dit vette goedje. Voedings- en wasmiddelenconcern Unilever is grootverbruiker van palmolie, met een afname van 3% van de wereldproductie. Palmolie en fossiele brandstoffen zijn een essentiële grondstof voor veel eindproducten van het concern. Dat geldt al sinds de eerste jaren van het concern. Palmolie was een belangrijk motief voor de Margarine Unie uit Rotterdam in de jaren dertig van de vorige eeuw om te fuseren met de Britse zeepmaker Lever Brothers, waardoor Unilever ontstond. Voor de nu gangbare zeep en margarine is palmolie nog steeds onmisbaar.
Bijna een eeuw later kijkt het internationale concern serieus naar manieren om minder afhankelijk te worden van palmolie en fossiele brandstoffen. Vorige maand maakte Unilever bekend samen met het Amerikaanse biotechnologiebedrijf Genomatica €115 min te steken in een joint venture die biologische alternatieven maakt voor palmolie en fossiele brandstoffen bij de productie van verzorgingsproducten en schoonmaakmiddelen. Het is de bedoeling van Unilever en Genomatica om een plantaardig ingrediënt te ontwikkelen dat onder meer schoonmaakmiddelen laat schuimen of vuil laat opnemen. Peter ter Kulve is wereldwijd verantwoordelijk voor 'homecare' en 'health' bij Unilever, het concern dat zich al jaren laat voorstaan op zijn hang naar duurzaamheid.
Ter Kulve benadrukt echter dat zijn bedrijf er niet alleen is om de wereld te verbeteren. 'We willen de business stabieler en robuuster maken', verklaart hij de samenwerking met Genomatica. 'Over tien jaar gebruiken we nog steeds palmolie, daarvoor is het een te belangrijke grondstof. Maar de helft van de palmolie en fossiele brandstoffen die we nu gebruiken, zou dan vervangen moeten zijn door biotechnologische alternatieven. We moeten een alternatief hebben voor de huidige productiewijze.'
Oekraïne
Dat is niet alleen nodig om de ontbossing tegen te gaan en de voetafdruk voor CO2 te verlagen. De voedselcrisis als gevolg van de oorlog in Oekraïne maakt pijnlijk duidelijk dat prijzen van grondstoffen en brandstoffen dagelijks sterk kunnen schommelen. Indonesië, de grootste exporteur van palmolie, voerde in april een exportverbod in om een al maanden aanhoudend tekort in eigen land te bestrijden. Daar wordt palmolie ook veel gebruikt als basis voor gerechten. De tekorten daar zouden zijn ontstaan door kartels die voorraden achterhouden, maar ook door de oorlog in Oekraïne en het tekort aan zonnebloemolie dat daardoor wereldwijd ontstond. 'De mensen werden boos omdat palmolie als voedingsmiddel schaars en te duur werd', zegt Ter Kulve. Hij noemt het 'volledig onethisch' om voeding te onttrekken aan het bord van arme mensen ten behoeve van schoonmaakmiddelen voor de rijkeren. Dat maakt volgens de topman vooral voor de productie van schoonmaakmiddelen de behoefte aan alternatieven voor palmolie groter.
Er zijn ook andere redenen waarom er juist nu veel alternatieven voor bestaande grondstoffen als palmolie en aardolie worden gezocht. Het is onvermijdelijk het klimaat te noemen als motief voor vervanging van belastende grondstoffen. Het kappen van oerwoud verkleint de CO2-opnamecapaciteit en draagt zo bij aan de opwarming van de aarde. Neem daarbij de bedreigde biodiversiteit in de bossen en sociale problemen die met winning van grondstoffen als palmolie gepaard gaat en het is duidelijk dat er iets moet veranderen.
Genetisch knip- en plakwerk
En dat kan ook steeds beter. 'Er is veel meer zicht op hoe micro-organismen in elkaar steken', zegt Ruud Weusthuis, professor microbial biotechnology en bioprocess engineering aan de WUR in Wageningen. De mogelijkheden om biotechnologie in te zetten voor alternatieven voor palmolie, maar ook aardolie, zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen door de inzet van de genetische modificatietechnologie CRISPR-Cas, simpel gezegd: genetisch knip- en plakwerk. Volgens Weusthuis heeft CRISPR-Cas het inbrengen en uitschakelen van genen 'sneller en accurater' gemaakt. Zo snel en nauwkeurig, dat het in de laatste zeven jaar mainstream is geworden. `Vroeger waren we beperkt in de keuze van het micro-organisme en duurde de aanpassing ervan lang', aldus Weusthuis. 'Door de technische vooruitgang is de benadering nu: hoe kunnen we het product uit de waterige fermentatievloeistof halen, hoe kunnen we de micro-organismen het product laten uitscheiden en welke chemische reacties zijn er nog om het product te maken? Je begint nu dus aan het einde van het proces en kijkt dan welk micro-organisme het meest geschikt is om de ruwe grondstof te bewerken tot het gewenste product. We zijn nu veel meer gericht aan het 'engineeren', terwijl het vroeger meer empirisch onderzoek was.'
Populaire palmolie We consumeren per persoon jaarlijks 8 kilo palmolie. Daarmee is het de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld. Alleen al een grootverbruiker als Unilever is goed voor 3% van de gehele wereldproductie. Het zit in verzorgingsmiddelen, voeding, kleding, wasmiddelen en brandstof.
De wereldmarkt van palmolie bedraagt 75 mrd euro. De totale home- en personal-care markt heeft een omvang van 625 mrd dollar.
Fermentatie Een jonge Nederlandse start-up heeft dit omgedraaide proces omarmd, aI doet het dat niet met genetische aanpassing. NoPalm Ingredients uit Ede ontwikkelde een methode om kunstmatige palmolie en andere oliën in het lab te maken. 'Er is van alles mis met het voedselsysteem', zegt mede-oprichter en ceo Lars Langhout van de Edense start-up. Daarom maakte de bedrijfskundige een jaar geleden met microbioloog Jeroen Hugenholtz een plan om het anders aan te pakken. Hun start-up werkt met fermentatie en gisting van organisch materiaal uit de landbouw. Langhout spreekt zelf liever niet over 'afval' maar over `agri-food zijstroom'. Dat moet suikers, vetzuren of alcoholen bevatten. Het bedrijf stuurt de vetzuursamenstelling van de olie op geheel natuurlijke wijze, met speciale gisten. Een verschil met Genomatica is dat er niet genetisch wordt aangepast.
'We staan nu voor een disruptie van het voedselsysteem', zegt Langhout. Volgens hem is de 'proteinetransitie' al iets eerder begonnen met de vleesvervangers. Nu is het de beurt aan de oliën en vetten. 'Afnemers van palmolie zien prijsstijgingen en onberekenbare markten. De zekerheid van levering is soms in gevaar. 'Wij kunnen de supply chain minder kwetsbaar maken. En dat ook nog eens duurzaam, dat is fantastisch.' En passant wijst hij erop dat palmolie met 37 graden smelt in de mond, wat de smaaksensatie van kunstvlees kan verbeteren.
'Missing link' Langhout zegt op dit moment wereldwijd met 'alle grote partijen' in gesprek te zijn, en is bepaald niet de enige. Vele andere kleine start-ups op het gebied van alternatieve palmolie doen dat ook met de grote jongens in de voedingsindustrie. 'In Japan, de VS en in Europa: iedereen, van Mondelez en Kraft Heinz tot Nestlé, praat met bedrijfjes als dat van ons.' Peter van Kulve van Unilever blijkt zelf nog niet bekend met NoPalm Ingrediënts, maar bevestigt dat zijn bedrijf altijd rondkijkt voor joint ventures. 'We hebben biotech nodig om betere producten te maken; biotech is de missing link.'
Langhout vindt het 'heel belangrijk' dat marktleiders als Unilever grootschalig investeren in alternatieven voor palmolie. 'Wij juichen dit toe, en zien ons als teamspelers, niet als concurrenten.' Intussen vindt er bij NoPalm nog geen commerciële productie plaats. Hoe kan het Edense bedrijfje zodanig uitbreiden dat het grote marktspelers op de wereld kan overtuigen en bedienen? 'Je ziet dat er nu een groot tekort is aan fermentatiecapaciteit door de grote vraag naar alternatieve zuivel en vlees', zegt Langhout. 'Volgend jaar kunnen we na een nieuwe financieringsronde uitbreiden, zodat we sneller onderzoek kunnen doen en investeren in productiecapaciteit.' Langhout schat dat hij en andere 'nieuwe producenten' uiteindelijk de gehele palmoliemarkt kunnen vervangen. 'Maar voordat het zo ver is, ben je nog wel even bezig.' Hij schat dat over een jaar of twintig zo'n 80% van de markt met alternatieve oliën en vetten werkt.
Het klinkt allemaal goed, maar er zal serieuze capaciteitsuitbreiding nodig zijn om de vervanging van de huidige olie te verwezenlijken. Ruud Weusthuis van WUR bevestigt dat grote bedrijven op de hele wereld nu serieus kijken naar wat kleine start-ups als NoPalm Ingredients doen. Of het Britse DeepBranch, dat ook op de voedingsindustrie mikt en alternatieve proteïnen maakt voor bijvoorbeeld veevoeders op basis van CO2 en waterstof.
Joint venture De interesse vanuit multinationals om te experimenteren met dit soort biotechnologische producten is er volop. Maar dat gebeurt vaak niet in eigen huis. 'Het is uitdrukkelijk de bedoeling een joint-venture aan te gaan, en niet om een startende innovatieve onderneming over te nemen', zegt Peter ter Kulve. 'Vroeger zouden we het zelf in Vlaardingen hebben gedaan', zegt hij, verwijzend naar het inmiddels gesloten ontwikkelcentrum in Zuid-Holland, waar ooit producten als Omo Klein & kracht, Sun-vaatwasblokjes, de jus van Knorr of de Calvé-mayonaises werden ontwikkeld. Maar nu valt het concern terug op het innovatief vermogen van derde partijen. De ontwikkelde technologie kan dan verder worden verspreid dan in eigen huis en is niet exclusief voor de grootste partner in de venture. 'Er kunnen in de toekomst fabrieken voor alternatieve producten komen in China en Zuid-Amerika, we kunnen samenwerken met de Dows en Duponts van deze wereld', blikt Ter Kulve vooruit.
Met de toenemende technologische mogelijkheden op het gebied van biotechnologie, belanden we ook vanzelf op het in Europa controversiële thema genetische manipulatie. Genomatica zet het in voor de productie van de nieuwe grondstoffen. Ter Kulve benadrukt dat het niet gaat om een genetisch gemanipuleerd eindproduct. 'Het is synthetische biologie: in feite kun je daarmee ingrediënten designen. Wat wij doen, is fermentatie, net zoals met zuurkool en kimchi, maar dan met aangepaste bacteriën die uitscheiden wat we vooraf hebben ontworpen op de computer.'
Fermentatie van organische reststoffen maar dan zonder genetische modificaties is het motto van Lars Langhout van NoPalm, die verwacht dat kunstmatige palmolie niet zo snel op de markt zal komen in Europa. `GMO (genetisch gemodificeerde organismen, red.) is een no go in Europa.'
Maatschappelijke kosten Er kan volgens Ruud Weusthuis van de universiteit Wageningen in de toekomst veel meer dan genetische aanpassing. 'Nu gaat het vooral nog om fermentatie van suikers. Maar in de chemie en voeding wordt ook volop gekeken naar processen waarin bacteriën duurzame waterstof en zuurstof gebruiken en CO2 vastleggen, en die ethanol, melkzuur, eiwitten en plantaardige oliën kunnen maken. Dan ben je, op papier, op een heel duurzame manier bezig.' Klimaat en duurzaamheid zijn belangrijk, maar er staat wel een prijs tegenover. Weusthuis beaamt dat de prijzen van nieuw ontworpen grondstoffen in het begin wat hoger zijn dan reguliere palmolie en aardolie, al is dat op dit moment, gezien de zeer turbulente grondstoffenmarkten, nog maar de vraag. 'Veel bedrijven denken dat de bestaande situatie goedkoper is, maar bedrijven betalen nu niet voor de maatschappelijke kosten. Die schuiven ze vooruit en dat vormt nu nog een groot voordeel voor ze. Dat besef zou breder moeten leven.'